Artikels

Klassiek/Hedendaags in Vlaanderen: een lange traditie (Rudy Tambuyser)

Ondanks - sommigen zullen zeggen: omwille van - zijn geringe omvang is Vlaanderen muzikaal gezien een bezige bij. Al vaak is gezegd en geschreven dat het Vlaamse verenigingsleven - op zich mee een gevolg van het feit dat we altijd al dicht bij elkaar hebben gewoond - niet meer de rijkdom en het voluntarisme kent van zijn bloeiperioden - grofweg het interbellum en de periode van het einde van WO II tot de jaren zeventig. Dat mag dan kloppen, het is niet al te gek te veronderstellen dat de lange traditie van samenkomen, eten, drinken, al dan niet zwaarwichtig communiceren en, last but not least, musiceren, nog steeds haar sporen nalaat in de alleszins opmerkelijke muzikale bedrijvigheid die Vlaanderen vandaag kent.

Zou het kunnen dat een dergelijke gezamenlijke gewoontegenetica bestaat? Bart De Baere, conservator van het Antwerpse Museum voor Hedendaagse Kunst en dus een onverdacht progressieve stem, denkt omtrent zijn eigen discipline, de beeldende kunst, van wel. Hij liet pas onlangs het volgende optekenen, in verband met de internationaal uitstekend presterende, Vlaamse beeldende kunstenaars: “In ons land wordt kunst gemaakt zoals men in andere landen wijn maakt. Het is iets dat wij al eeuwen doen. […] Het verhaal begon in de late middeleeuwen toen goed georganiseerde ateliers verluchte handschriften, altaarstukken en wandtapijten uit onze steden naar heel Europa exporteerden. Kunstenaars als Van Eyck en later Rubens en Van Dyck werkten voor de machtigste hoven van hun tijd. Veel van dit verleden bleef bewaard in onze kerken, kastelen en musea. Jonge mensen die opgroeien in historische steden als Gent, Brugge, Antwerpen, Mechelen, Leuven of Brussel, zien overal getuigenissen van een rijke artistieke traditie. Dat kan jongeren die daarvoor gevoelig zijn, op ideeën brengen.”

Aantrekkelijk eenvoudig, misschien een beetje té. Maar De Baeres woorden laten zich verrassend goed parafraseren in verband met muziek. Uitgerekend in de late middeleeuwen waren het de Vlaamse polyfonisten (van Dufay over Josquin en Jacob Obrecht tot Willaert en Johannes Ockeghem), opgeleid als zanger en componist aan de talrijke kathedraalscholen alhier, die werkten aan de machtige hoven van vooral Italië en aldus het formele kader aanreikten waarbinnen zuiders talent en inspiratie zich in komende generaties konden ontplooien. Later, in de klassieke en de romantische periode, raakte Vlaanderen – van 1830 tot diep in de jaren 1960 moeten we eigenlijk zeggen: België - muzikaal gezien eerder om zijn uitvoerende musici dan om zijn componisten bekend. Men zou kunnen zeggen: eerder om zijn ambachtelijke deugdelijkheid dan om zijn bevlogenheid. Zo is het altijd geweest en zo lijkt het te zullen blijven. Vlaanderen is niet flamboyant, maar een zekere ambachtelijke stabiliteit en zin voor voortreffelijkheid lijkt er onlosmakelijk mee te zijn verbonden.
Misschien is het daardoor dat vandaag Vlaamse musici, ensembles en componisten in de meest diverse disciplines van het klassieke muziekbedrijf behoorlijk hoge ogen gooien. En misschien is het, gezien onze geschiedenis, niet zo toevallig dat dit vooral geldt voor het uitgebreide domein van de authentieke muziekpraktijk, de kunst van het zingen en spelen op de wijze der ouden, kort gezegd: de ‘oude’ muziek.

Oude muziek

Eind jaren vijftig, begin jaren zestig ontstond de zogeheten beweging van de oude muziek, enerzijds als reactie tegen de decennialange hegemonie van romantiek, laatromantiek en al te romantische opsmuk van oude partituren, anderzijds in de slipstream van het avant-gardistische serialisme, waarvan de haast wetenschappelijk objectieve kijk op kunst de ‘correcte’ kijk op en de herontdekking van de muziek van het verre verleden inspireerde. Iedereen kent het onschatbare onderzoek naar oude uitvoeringspraktijk dat Nikolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt hebben verricht. Van de musici die van de groep rondom hen deel uitmaakten, zijn er alvast twee Vlamingen die de wereld nog steeds van zich doen spreken. Philippe Herreweghe richtte in 1970 het Gentse koor Collegium Vocale Gent op, om de inzichten van de authentieke muziekpraktijk op de vocale muziek toe te passen. Hij heeft er de klank van Bach in 20ste en 21ste eeuw mee bepaald. De jongste jaren heeft Herreweghe zich ontwikkeld tot een meer all-round dirigent én Bruckner-fan, als dirigent van het Vlaamse orkest deFilharmonie en als gastdirigent bij onder meer Concertgebouw Amsterdam en Wiener Philharmoniker.
Op het meer instrumentale vlak zijn het violist Sigiswald Kuijken, zijn broers Wieland (gamba) en Barthold (traverso) en hun ensemble La Petite Bande die de historische inzichten zeer strikt hebben doorgedreven, tot ieders lering.
Wanneer we het hebben over strikt doordrijven, kunnen we niet om klavecinist Jos van Immerseel en zijn orkest Anima Eterna heen. Twintig jaar geleden begonnen als gelegenheidsgroep voor het spelen van concerti van Bach, heeft de formatie inmiddels ook de hele klassieke en een groot deel van de romantische traditie van een lezing op authentiek instrumentarium voorzien, met als meest spraakmakende resultaten de integrale van Mozarts klavierconcerti, de symfonieën van Schubert en die van Beethoven, en opgemerkte gelegenheidsuitstappen in het orkestwerk van Liszt, Tsjajkovski, Strauss tot zelfs Rimski en Ravel.
Onder de pupillen van Herreweghe en Kuijken vinden we onder meer René Jacobs, vroeger als countertenor een vaste partner van beiden en zelf de leraar van bijvoorbeeld de wereldberoemde Andreas Scholl, die nu als dirigent (bij onder meer Freiburger Barockorchester en Akademie für alte Musik Berlin) om de haverklap wordt bekroond met zijn geïnspireerde operalezingen. Marcel Ponseele, volgens veel van zijn collega’s de beste barokhoboïst ter wereld, speelde altijd bij Herreweghe, en stichtte einde jaren tachtig samen met fluitist Jan De Winne het ensemble Il Gardellino, genoemd naar een concerto van Vivaldi.
Een generatiegenoot van deze musici is de voortreffelijke cellist Roel Dieltiens, die ooit een grote carrière voor zich had als reguliere cellosolist, maar koos voor een authentieke aanpak met zijn voor zich sprekende Ensemble Explorations.
Een buitenbeentje is het blokfluitkwartet Flanders Recorder Quartet, in het Nederlands Vier op ‘n Rij genoemd, dat een in zijn soort unieke, hoogstaande en internationaal zeer erkende ambassadeur van de oude muziek is.
Vermelden we tenslotte nog de vocale ensembles Huelgas Ensemble onder leiding van de toonaangevende middeleeuwen- en renaissancespecialist Paul Van Nevel, Capilla Flamenca, een kwartet onder leiding van bas Dirk Snellings dat sterk steunt op nauwgezet en wetenschappelijk bronnenonderzoek en vocale ambachtelijkheid, en het meer flamboyante, holistische en experimenteel denkende Graindelavoix onder leiding van Björn Schmelzer.
Onder de jongere instrumentale ensembles mogen we zeker de barokformatie B’Rock niet vergeten, evenmin als Les Muffatti onder leiding van de voortreffelijke blokfluitist Peter Van Heyghen.

Nieuwe muziek

Alle oude muziek was ooit nieuw, en geen artistieke discipline blijft levend zonder een voortdurende stroom van ideeën omtrent nieuwe uitdrukkingsvormen. Weliswaar noemde de beroemde, Hongaarse componist en dirigent Peter Eötvös de oude muziekbeweging een mild anachronistische, maar volwaardige vorm van avant-garde, en heeft de muziek het voordeel dat ook de canon voortdurend moet heruitgevoerd en dus kan herdacht worden.
Toch is de nood aan een artistieke voorhoede die de canon van morgen voorbereidt onmiskenbaar. Ook in dat opzicht laat Vlaanderen zich allesbehalve onbetuigd.

Op het uitvoerende vlak is een goed uitgangspunt hiervoor de legendarische groep Maximalist!, die in de jaren tachtig in Brussel ontstond als alternatief voor het minimalisme, zich door zowat alles, maar niet in de laatste plaats door de Arte Povera liet inspireren, en in een kort maar uiterst krachtig bestaan de basis legde voor een aardig deel van Vlaanderens vandaag meest gerenommeerde ambassadeurs van de nieuwe muziek. Ze is niet meteen een musicienne, maar bijvoorbeeld dansicoon Anne Theresa De Keersmaecker en haar gezelschap Rosas komen uit deze scène. Ook de inmiddels verdwenen, maar eveneens legendarische groep X-legged Sally van klarinettist-componist Peter Vermeersch kwam uit Maximalist! voort; vandaag leidt hij Flat Earth Society, een heerlijke metafanfare die misschien niet meteen tot de klassieke muziek te rekenen valt, maar dat geeft niet.
Bl!ndman – het uitroepteken is een eerbetoon aan Maximalist! - is een saxofoonkwartet onder de bezielende leiding van oprichter en vroeger Maximalist!-lid Eric Sleichim, dat zich als opdracht heeft gesteld nieuwe uitdrukkingsvormen te vinden op basis van de mogelijkheden van de saxofoon. Die zijn legio, zo blijkt al erg veel jaren. Enerzijds legt de groep de nadruk op het verenigen van de akoestische saxofoonklank met elektronische (hulp)middelen, anderzijds zoekt hij ook aansluiting bij de traditie. Dat kan gaan van live begeleiding met elektronica van een stomme film van Bunuel, over nagelnieuwe composities van Oehring, Lachenmann of Sleichim zelf, tot arrangementen van orgelpartita’s van Bach. De laatste jaren ondernam het kwartet een uitgebreide zoektocht doorheen de voorbije eeuwen, met experimenten rond de middeleeuwen (school van Notre-Dame met o.a. Perotinus), de renaissance en de barok, waarvoor het zich liet bijstaan door bekend gespecialiseerd volk zoals Paul Van Nevel en Pedro Memelsdorff. Sleichim tekende als componist, behalve voor veel werken voor Bl!ndman, ook voor een opera over het leven van surrealist Antonin Artaud.
Een ander derivaat van Maximalist! is het internationaal gerenommeerde ensemble Ictus, geleid door de voortreffelijke dirigent George-Elie Octors, dat er met heel wat vooraanstaande componisten (Harvey, Ferneyhough, Reich, Aperghis,…) bevoorrechte contacten op na houdt en onder meer in het Brusselse Kaaitheater een vaste stek heeft. Het bespeelt ook met een zekere regelmaat de beroemde Studio 4 in het bootvormige Flagey-gebouw, aan het gelijknamige plein in de Brusselse gemeente Elsene, een mythisch radiogebouw dat sinds 1933 door de grootste musici werd geprezen om zijn akoestische kwaliteiten. Het werd in 2002 vernieuwd en herbergt nu een kunsthuis onder leiding van Hugo De Greef, die eveneens uit de Maximalist!-omgeving komt en een gereputeerd cultuurorganisator is.
Collega-ensembles van Ictus die hier zeker vermeld moeten worden zijn Champ d’Action, in 1988 opgericht door de Antwerpse, sterk elektronisch georiënteerde componist Serge Verstockt, die onlangs nog de partituur leverde voor Jan Fabres voorstelling Requiem für eine Metamorphose voor de Salzburger Festspiele 2007. Pianist-dirigent Koen Kessels dirigeerde geruime tijd Champ d’Action, maar heeft sinds 1999 zijn eigen HERMESensemble, gewijd aan 20ste- en 21ste-eeuwse muziek.
Het ensemble Spectra, geleid door pianist, dirigent en componist Filip Rathé en opgericht door hem en Alvaro Guimaraes, is dan weer genoemd naar de Spectra-groep, die samen met het IPEM (Instituut voor Psychoacustica en Elektronische Muziek) de elektronische avant-garde in Gent gestalte gaf vanaf de jaren 1960. Rond beide instituten hangen illustere namen van overleden meesters zoals Karel Goeyvaerts, Norbert Rosseau, Louis De Meester en Lucien Goethals, maar ook Philippe Boesmans, vandaag huiscomponist van De Munt in Brussel, musicoloog Herman Sabbe en Claude Coppens, pianist en componist. Guimaraes richtte intussen het Kunstarbeiders Gezelschap op (2003), dat hedendaagse muziekprojecten realiseert met multidisciplinaire, sociale en theoretische inslag.
Eveneens in Gent vinden we de Stichting Logos van componist Godfried-Willem Raes, ingenieuze bouwer van muziekautomaten, onvoorwaardelijke muzikale vooruitgangsdenker, voortdurend verwikkeld in een niet aflatende strijd voor de ontvoogding van de muziek ten overstaan van virtuoze uitvoerders. Nog een Gentenaar, en evenmin als Raes met iemand te vergelijken, is componist Lucien Posman, zelfverklaard post-maniërist en een grote fan en kenner van William Blake, op wiens teksten hij vaak heeft gecomponeerd. Bijvoorbeeld The book of Los en Ten songs of experience, opgenomen door het Gentse vocaal ensemble voor hedendaagse muziek Aquarius Consort, onder leiding van Marc Michael De Smet en genoemd naar Karel Goeyvaerts’ opera.
Op het uitvoerende vlak moeten zeker nog het Prometheus Ensemble onder leiding van bassist-dirigent Etienne Siebens vermeld worden, een ensemble dat heel wat vooraanstaande musici verenigt en mikt op het meer canonieke deel van de 20ste-eeuwse muziek, en het nog erg jonge, vijfkoppige ensemble Het Collectief, dat nieuwe banden smeedt tussen de canon en de allernieuwste tijd en onder meer onvergetelijke versies van Schönbergs Pierrot Lunaire en Stockhausens Tierkreis op zijn actief heeft.

Vermelden we tenslotte nog enkele vooraanstaande Vlaamse componisten. Luc Brewaeys, leerling van onder meer Iannis Xenakis en Franco Donatoni, is zeker onze beste symfonicus, met onder meer negen symfonieën en schitterende orkestraties van Debussy’s Préludes op zijn naam.
Ook Luc Van Hove, leraar compositie aan het Antwerpse conservatorium, is een vaste waarde, een ‘constructivist’ die het ambacht hoog in het vaandel draagt. Hij leverde voor de Vlaamse Opera zopas de opera La Strada (naar Fellini) af.
Zijn collega Wim Henderickx, in ene vorig leven percussionist, maakte naam met onder meer zijn op de Hindoe muziek geïnspireerde Raga’s voor orkest en met muziektheater (Triumph of Spirit over Matter, Achilleus, Een totale Entführung). Zijn jongste partituur is Sunyata (emptiness), geschreven voor de muziektheatervoorstelling VOID.
Kris Defoort was ooit klassieke blokfluitist, werd een gevierd jazzpianist en is vandaag een van onze vooraanstaande componisten, met als bekendste wapenfeiten totnogtoe de opera The Woman who Walked into Doors en de cyclus Conservations/Conversations.
De jonge garde, tenslotte, van wie niet mag verbazen dat ze door de tenoren van vandaag werden opgeleid: Annelies Van Parys door Luc Brewaeys, Joachim Brackx door Godfried-Willem Raes en Bert Van Herck door Van Hove.

Repertoire

Tussen heel oud en heet van de naald bevindt zich uiteraard het reguliere repertoire, ingebed in een geheel van ensembles, solisten, orkesten en organisatoren, waarvan we hier in vogelvlucht de belangrijkste willen aanhalen.

Vlaanderen heeft een rijke kamermuziektraditie. Van de strijkkwartetten zijn het Spiegel Kwartet, met primarius Elisa Kawaguti, de vroegere concertmeester van deFilharmonie, en het uit Rijsel ingeweken Danel Kwartet zeker de belangrijkste.
Verder is er Oxalys, een voortreffelijk ensemble met variabele bezetting, opgericht door fluitist Toon Fret, die eveneens van Het Collectief deel uitmaakt. Oxalys bracht recent een prachtige opname uit van Mahlers Das Lied von der Erde, in een kamerbewerking van Schönberg.
Narziss und Goldmund Pianotrio is een jong pianotrio rond violist Wietse Beels en het Enigma Kwartet rond pianist Nicholas Callot. Onder de strijkerstrio’s is zeker Goeyvaerts Strijktrio vermeldenswaard, dat niet lang gelden nog werk van Louis De Meester uitbracht en Eugène Ysaÿes trio ‘Le Chimay’.
I Solisti del Vento is een houtblazersformatie, opgericht door fagottist Francis Pollet. Onder meer de voortreffelijke solisten Piet Van Bockstal (hobo, zie ook Ictus Ensemble en deFilharmonie) en Vlad Weverbergh (klarinet) maken er eveneens deel van uit.

Onder de vooraanstaande solisten in Vlaanderen springen zeker enkele pianisten in het oog: Jan Michiels, allrounder met een onmiskenbare voorkeur voor recente muziek, Daan Vandewalle, die zich nagenoeg beperkt tot hedendaags werk, en sinds kort Liebrecht Vanbeckevoort, wiens laureaatschap van de prestigieuze Internationale Muziekwedstrijd Koningin Elisabeth in Brussel zijn carrière in een stroomversnelling bracht. Jozef De Beenhouwer is hier wat minder bekend, maar is zoals onder meer Svjatoslav Richter, Alfred Brendel en Dietrich Fischer-Dieskau drager van de Schumann-prijs van de stad Zwickau en een onvergelijkelijke Brahms-vertolker.
Verder te onthouden solisten zijn violist Yossif Ivanov, eveneens prijsdrager van de Elisabethwedstrijd, en cellist Arne Deforce, vroegere steunpilaar van ensemble Champ d’Action, maar sinds jaren als solist actief, nagenoeg uitsluitend in nieuwe muziek.

Onder de orkesten die Vlaanderen herbergt, moeten er zeker drie worden vermeld. deFilharmonie is het vroegere Koninklijk Filharmonisch Orkest van Vlaanderen, gevestigd in Antwerpen. Al dan niet onder leiding van zijn muziekdirecteur, Philippe Herreweghe, onderneemt het tournees en bespeelt het regelmatig de voornaamste zalen in Vlaanderen: deSingel in Antwerpen, waar ook het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium is gevestigd, De Bijloke, de historische site waar een 13de-eeuwse ziekenzaal tot concertzaal is omgebouwd, het Concertgebouw Brugge, de recente en akoestisch zonder twijfel de beste zaal van Vlaanderen, en tenslotte de Elisabethzaal, opnieuw in Antwerpen, waar deFilharmonie zijn thuisbasis heeft en abonnementsconcerten verzorgt.
Het Vlaams Radio Orkest (VRO) en het Vlaams Radio Koor (VRK) (VRK) zijn de vroegere formaties van de openbare omroep, die inmiddels een ‘onafhankelijk’ statuut hebben en onder dak zijn in Flagey. Ze worden geleid door respectievelijk Michel Tabachnik en Bo Holten. De vroegere chef van VRK, pianist en componist Johan Duijck, die nu Saint-Martin-in-the-Fields leidt, is er componist in residentie.
Het Symfonieorkest Vlaanderen is een wat slanker, zeer flexibel en jong orkest dat intensief het hinterland bespeelt en onder dak is bij Concertgebouw Brugge. Dirigent is Etienne Siebens (zie ook Prometheus Ensemble).

Speciale faam geniet Vlaanderen op het vlak van organisatie van klassieke muziek. De internationale weerklank van de naam Festival van Vlaanderen is daaraan niet vreemd. Precies vijftig jaar geleden opgericht, is het vandaag een erg grote producent en coproducent van concerten doorheen nagenoeg het hele seizoen. Uiteraard de Brusselse, internationale afdeling is bekend, maar ook de themafestivals rond oude muziek Musica Antiqua in Brugge en Laus Polyfoniae in Antwerpen.
Verder zijn er de seizoenen in de al genoemde Muziekcentrum De Bijloke (Gent), deSingel (Antwerpen), Concertgebouw Brugge (Brugge), maar ook enkele bescheidener initiatieven zijn vermeldenswaard wegens origineel en kwalitatief hoogstaand: de Handelsbeurs in Gent, Amuz in Antwerpen.

L’embarras du choix. Klassiek is nog lang niet dood in Vlaanderen.

Trefwoorden: