Artikels

Populair & Variété in Vlaanderen (Jan Delvaux)

Voor wie er nog nooit geweest is: Vlaanderen is een intrigerende plek. Het is het grootste gewest van een klein drietalig land - door een Brits journalist ooit bestempeld als “Noord-Ierland gerund door de Zwitsers” - dat grotendeels omringd wordt door landen met een wereldtaal en een sterke muzikale overlevering.

Die omsingeling is erg bepalend voor het Vlaamse variété. Het repertoire valt uiteen in twee grote blokken.

  1. De Duitse schlager, het Franse populaire chanson en het Hollandse levenslied voeden een traditie van charmezangers die overwegend in het Nederlands zingen. De vederlichte muziek kent zijn grootste bloeiperiode tussen 1955 en 1975. Bij het begin van de jaren 90 is er een heropstanding met de komst van commerciële televisie. Het gaat weer bergaf maar de traditie blijft.
  2. De tweede pijler is een grote paraplu die best samen te vatten valt als ‘pop’. Het Engels primeert hier en men volgt vooral Angelsaksische voorbeelden. Popmuziek komt pas echt tot volle wasdom aan het einde van de jaren 80. Aanvankelijk regeert de mainstream pop maar gaandeweg nemen dansacts de leiding over.

# 2

Het naoorlogse amusementsleven wordt bepaald door avondvullende revues waarin charmezangers floreren met prachtige artiestennamen (Bob Benny, La Esterella).

Een merkwaardig specimen is rasentertainer Bobbejaan Schoepen. Hij is de eerste Belg die internationaal doorbreekt. Evergreens als ‘Je Me Suis Souvent Demandé’, ‘Eerbied voor jouw grijzen haren’ en ‘Lichtjes van de Schelde’ doen het erg goed in de buurlanden. Er huist echter ook een slimme ondernemer in Schoepen. In 1961 laat hij het reizen en werpt hij zich volledig op zijn pretpark Bobbejaanland.

De mannen die met de grootste prijzen gaan lopen hebben Italiaanse familienamen. Salvatore Adamo wordt een grote meneer met hits van Parijs tot Tokio. Rocco Granata gaat in 1958 de wereld rond met ‘Marina’. Het nummer wordt meer dan 100 miljoen keer op single geperst en telt meer dan 1.000 coverversies.

Rock’n’roll en de televisie veranderen het aangezicht van het variété vrij drastisch. Het eerste idool van de nieuwe tijden is Will Tura, de belangrijkste Vlaamse artiest van de 20ste eeuw. Tussen 1959 en 1993 staat hij met 100 nummers in de nationale hitparade. Een uitbraak richting buitenland is nooit gelukt.

In 1967 neemt de piepjonge Samantha deel aan de liedjeswedstrijd Canzonissima. Haar ‘Eviva Espana’ wordt een monsterhit en het officieuze nationale volkslied van Spanje. De succesrijkste zangeres aller tijden is Jeanine Deckers. In 1963 staat ze wekenlang op de eerste plaats van de Amerikaanse hitparade met ‘Dominique’. Haar artiestennaam: Soeur Sourire. Haar bijnaam: ‘The Singing Nun’.

# 3

De jaren 70 en 80 gaan zonder veel ophef voorbij. Variété wordt showbusiness. De mannen achter de nieuwe sterren vallen meer op dan hun poulains. Het zijn vaak flamboyante figuren die artiesten kweken, muziekbladen beginnen en zich vooral druk maken over het feit dat de openbare omroep te weinig aandacht besteedt aan het lokale lied.

Wellicht hebben ze gelijk. De commerciële zender VTM trekt van bij de start in 1989 voluit de kaart van het lokale variété. Het Vlaamse lied krijgt een eigen programma: ‘Tien Om Te Zien’. Het aandeel van lokaal product in de platenverkoop schiet torenhoog omhoog. Alle braakliggende segmenten binnen het Vlaamse lied zijn binnen de kortste keren ingevuld: populaire pop in de eigen taal, crooners, boybands, tieneridolen, ...

Een weerbots is onvermijdelijk. Maar de sterksten komen er sterker uit. Helmut Lotti verlaat het variété en bouwt zichzelf om tot een ster van wereldformaat. Dank zij de klassieke muziek. Clouseau ontlokt een mania met Beatle-allures. De groep is nog populairder als de jonge meisjes vrouwen zijn geworden. In 2007 wordt het 20 en speelt het liefst 17 na elkaar in het Sportpaleis in Antwerpen. Opmerkelijk: in 2005 zorgt Laura Lynn voor een opmerkelijke terugkeer van de Vlaamse schlager.

# 4

Vanaf halfweg de jaren 80 krijgt Vlaanderen een sterke reputatie als dansleverancier. New Beat wordt zelfs een internationale hype. Heel wat zangers uit het levenslied maken handig gebruik van het nieuwe ritme om een kruimel mee te pikken. De remix van ‘Marina’ verkoopt alleen in Duitsland al meer dan 2 miljoen exemplaren.

De machine sputtert even. Maar vanaf de eeuwwisseling is het al dance (2 Fabiola, Sylver) wat de klok slaat. De productie van commerciële housevarianten gaat al snel internationaal. In 2005 pronkt DHT op 1 in de Amerikaanse Billboard Hot 100. Andere succesformules zijn Milk Inc., Lasgo en Ian Van Dahl.

Televisie wordt een belangrijke speler. Programma’s als Idool en Star Academy voeren tegen hoog tempo nieuwe talenten aan (Natalia, Brahim, Sandrine, Reborn / Born Crain). Belle Perez en Kate Ryan zijn de zeldzame uitzonderingen die het op eigen kracht halen. Ook populair: het kindersegment dat steunt op spin-offs van televisieprogramma’s (Samson, Eurosong for Kids, K 3).

# 5

De lokale markt wordt pas in de 21ste eeuw – en dus pas veel later dan in de buurlanden – volwassen. Sinds 1998 komt 1/3 van de best verkochte albums in de hitparade uit Vlaanderen. Tussen 1995 en 2005 zorgt een artiest van eigen bodem jaarlijks voor de best verkochte cd.

De hoofdstroom blijft bestaan uit artiesten die het net zo goed willen doen als hun buitenlandse voorbeelden. Anderzijds is er ook een permanente drang om daar onderuit te geraken. Vlaanderen is namelijk een regio van plantrekkers en ondernemers.

Uit die beide inspanningen en uit die onderlinge spanning komen steeds betere en vaak erg merkwaardige dingen. Er lijkt dus nog flink wat rek te zijn. In verhouding tot zijn beperkte oppervlakte speelt Vlaanderen alleszins zeer goed mee op het internationale plan. Het steekt veel grotere naties voorbij op het vlak van impact en creativiteit.