Jazz in Vlaanderen anno 2009
In het voorjaar van 2009 zag het er even heel slecht uit voor de jazz in Vlaanderen. De commissies die moeten oordelen over de te besteden cultuursubsidies, hadden hun pre-adviezen bekendgemaakt. Een bliksemschicht ging door de jazzsector. Slechts enkele jazzinitiatieven werden gunstig beoordeeld, het merendeel werd ofwel te licht bevonden, ofwel prematuur. Zelfs vaste waarden moesten eraan geloven, zoals Kunstencentrum De Werf in Brugge (initiatiefnemer van deze Flemish Jazz Meeting) en het Follow The Sound en Rataplan in Antwerpen. In feite hadden die commissies de jazzsector met onaangepaste maatstaven en criteria beoordeeld. Bijvoorbeeld: een jazzorganisator die geen gedetailleerde concertkalender voor de komende twee jaar kon voorleggen, werd vaagheid verweten. Terwijl iedereen in het jazzmilieu maar al te goed weet dat je nauwelijks zes maanden vooruit kunt plannen. Het beestje improviseert, de organisatoren moeten kort op de bal spelen.
Op het hoogtepunt van die commissieperikelen is er op verschillende fronten aan de alarmbel getrokken, voor de schermen en achter de schermen. Dat had gelukkig een beetje effect. Het uiteindelijke resultaat is lang niet zo desastreus als oorspronkelijk gevreesd. Maar de gebeurtenissen tonen wel aan hoe broos de nog maar pas verworven erkenning voor de jazzsector wel is. Zeker, er is structurele vooruitgang geboekt. Tien jaar geleden bestond er nauwelijks overheidssteun voor jazz in Vlaanderen, dat is vandaag anders. Maar de echte inhaalbeweging waarop de sector aan het wachten was, is er niet gekomen. En de toekomst blijft onzeker. Wat als er weer zo’n beoordelingscommissie komt met mensen die zelfs niet van ver vertrouwd zijn met het nicheproduct jazz? Bovendien: de vette jaren zijn voorbij. Het Vlaamse budget voor cultuur zal de komende jaren niet stijgen, of zeker niet gevoelig. Een toename van de subsidies voor jazz moet dus noodzakelijk ten koste gaan van andere sectoren. Dat is een strijd die niemand graag voert. En toch is het een strijd die zal nodig zijn, want de jazz staat in Vlaanderen nog onvoldoende op de kaart.
Enkele lokale overheden zijn overtuigd, zoals in Gent en in Antwerpen. Maar ook daar staan we niet veel verder dan twee jaar geleden. Het Jazz Middelheim (Antwerpen) is weliswaar weer jaarlijks in plaats van tweejaarlijks, maar vergeet niet dat het nu één dag korter is (vier in plaats van vijf). Gent Jazz Festival is nog helemaal op dezelfde leest geschoeid als het voormalige Blue Note Records Festival. De schulden zijn een beetje kwijtgescholden, maar dat is het zowat. In 2008 was er een wintereditie met mooie artistieke ambities, maar die is alweer afgevoerd. Ook in Antwerpen gaat het de artistiek ambitieuze projecten niet voor de wind. Het Follow The Sound Festival stagneert. Dat betekent: elk jaar weer scharrelen om een geloofwaardig programma te presenteren, geen comfortabel platform. En dan is er nog Jazz Brugge, het tweejaarlijkse festival van de Europese jazz. De editie 2008 was onwaarschijnlijk mooi, maar dat succes ging duidelijk voorbij aan de leden van de beoordelingscommissies.
Reden tot klagen? Ja, maar er zijn twee belangrijke lichtpunten. Eén: achter de schermen groeit langzaam een overlegplatform van concertorganisatoren, in eerste instantie vanuit Antwerpen. Een begin van eendracht vanuit de sector, noodzakelijk om meer financiële en logistieke steun voor de jazz los te weken. Twee: naast het gesubsidieerde circuit is er de laatste jaren een heel breed informeel circuit gegroeid. Simpel: de muzikanten organiseren hun eigen concerten, al of niet op gesubsidieerde podia. Zulke dingen gebeuren in Antwerpen, Brussel, Leuven en Hasselt, maar nog het meest van al in Gent, vaak in kroegen zoals El Negocito of Hot Club de Gand. Zelfredzaamheid, dat is een goed teken. Het toont aan dat de muzikanten een verhaal aan het opbouwen zijn en daar een publiek voor willen vinden. Dat is de juiste volgorde: eerst iets te vertellen hebben, dan uitkijken wie je er warm voor kunt maken.
Het vergt ook wat ondernemingszin van de muzikanten, maar dat is voor de huidige generatie kennelijk geen probleem. Kijk naar de selectie van jazzgroepen en muzikanten op de Flemish Jazz Meeting 2009. Die ademt ondernemingszin. Accordeonist Tuur Florizoone is een selfmade man. Een jaar of twee geleden was hij voortdurend in de weer met zijn mailbox, nu is zijn agenda propvol (en terecht). Het élan van de DelVitaGroup steunt sterk op networking, onder meer van de ondernemende gebroeders Delannoye. Hetzelfde geldt voor pianist Christian Mendoza, baritonsaxofonist Tom Van Dyck (Saxkartel), trompettist Carlo Nardozza, de leden van het RadioKUKAorkest en zelfs voor oude rot Jeroen Van Herzeele. Het zijn stuk voor stuk muzikanten die niet op een overheid gewacht hebben om zich op de kaart te laten zetten. Ze doen dat zelf en ze doen dat goed.
Het netwerken gebeurt ook steeds meer internationaal. Muzikanten leggen zelf contacten over de grenzen en puren daaruit meteen de mogelijkheid om ook in het buitenland te spelen. De DelvitaGroup speelt met de Nederlander Eric Vloeimans, Carlo Nardozza is vast lid geworden van het Red Route Quintet van de Fransman Henri Texier. Bart Defoort vormt een team met de Italiaanse tenorsaxofonist Emanuele Cisi. Steven Delannoye (lid van Saxkartel en van DelvitaGroup) werkt geregeld met de Amerikaan Andrew D’Angelo. En ga zo maar door: elke jonge jazzmuzikant heeft minstens wel een klein netwerk van internationale contacten, opgebouwd op eigen kracht en met de middelen van vandaag (MySpace etcetera). Dat is goed want persoonlijke netwerken zijn de beste netwerken. Het is ook nodig, want de Vlaamse jazzmuzikanten krijgen nog altijd een relatief beperkte organisatorische ondersteuning. De Flemish Jazz Meeting is één kanaal. Er zijn ook internationale ontmoetingen zoals het Tremplin Jazz talentenfestival in Avignon. Maar de zoektocht naar kanalen om onze jazzmuzikanten nog meer uit te sturen is nog volop bezig. En zoals al gezegd: nieuwe budgetten losweken wordt steeds moeilijker.
En uiteindelijk moeten de muzikanten het toch zelf bewijzen. Op de Flemish Jazz Meeting kunnen ze dat doen met korte flitsconcerten. Ze zullen die kans met beide handen grijpen. En ze zullen bewijzen dat jazz in Vlaanderen een kleurrijk lappendeken is. Verschillende stijlen, verschillende opvattingen over jazz, verschillende persoonlijkheden. Diversiteit, dat is jazz.
Verwante items in de databank
Nieuws: | Flemish Jazz Meeting 2009 (14.07.2009) |
---|---|
Pagina's: | Jazz in België 2011: Moedig in de delta |
Releases: | Jazztublieft! |
Trefwoorden: landschapstekening