Nicolas Gombert

Categorie:componist

Biografie

Nicolas Gombert werd tot voor kort beschouwd als een mindere componist tussen de 'groten' van de polyfonie. Hij werd geboren rond 1495 en stierf met zekerheid rond 1560. Vandaag wordt hij beschouwd als een van de meest invloedrijke en vermaarde componisten van de zogenaamde vierde generatie Vlaamse polyfonisten, tussen Josquin Des Prez en Orlandus Lassus. Hij vertegenwoordigt de ontwikkelde, complexe polyfone stijl van deze overgangsperiode in de muziekgeschiedenis.

Gombert was verbonden aan de keizerlijke kapel van Karel V. In 1526 vervoegde hij deze hofkapel als zanger en in 1529 werd hij Meester van de koorknapen aan deze kapel. Hij wordt vernoemd in documenten van 1526 tot 1537. Zelf noemt hij zich choral van de Doornikse Kathedraal.

In 1530 bezocht Gombert Bologna, Mantua, Innsbruck, München en Augsburg. In 1531 reisde hij naar Keulen en daarna naar de Nederlanden. Aansluitend volgde de hofkapel, de Capilla Flamenca, Karel V naar Regensburg en vanaf 1532 verbleef Gombert weer voor langere tijd in Spanje. In 1533 ondernam Karel V een veldtocht naar Tunis. Gombert rekruteerde ondertussen in de Nederlanden zangers voor de hofkapel. Met zowat 20 volwassen zangers en koorknapen, enkele leerkrachten Latijn voor de jongens, enkele plaatsvervangende geestelijken en een organist keerde hij in 1537 terug naar Valladolid. Op 13 november 1537 wordt Gombert voor de laatste keer in de rekeningen van het hof vermeld.

De geneesheer en wiskundige Hieronymus Cardanus vertelt het volgende over Gombert in zijn geschrift Theonoston uit 1560 : "... damnatus ad triremes rusus Gombertus musicus stupro pueri principalis... non minus laudenda est virtus Nicolai Gomberthi, quam fortuna. Damnatus enim ad triremes, catenato pede cygneas illas cantiones meditatus est, quibus non solum libertatem a Caesare omnium inclytorum fautore, sed etiam prigue sacerdotium, quo reliquum vitae tranquille duxit, promeruit. Difficile hoc Gombertho non fuit, quoniam meritas poenas patiebatur...". Gombert zou dus schuldig zijn bevonden aan de aanranding van een jongen die onder zijn goede zorgen viel en werd daarom veroordeeld tot dwangarbeid in de galeien. Waarschijnlijk werd hem vergeving geschonken in 1547, het jaar waarin hij vanuit Doornik een brief stuurde met een motet, of kort voordien. De 8 zettingen van het magnificat, die enkel in een Madrileens manuscript, dat eertijds door wetenschappers rond 1552 werd gedateerd, worden meestal beschouwd als de zwanezang die, nog steeds volgens Cardano, Karel V ertoe zouden hebben bewogen hem gratie te verlenen, ofschoon de wetenschapper Lewis in 1994 heeft verondersteld dat Cardano veeleer verwees naar de bijzonder boetvaardig gestemde eerste bundel met vierstemmige motetten uit 1539.Karel V stond Gombert ondanks gratieverlenging geen terugkeer aan het hof toe. Het is onduidelijk hoe lang Gombert nog geleefd heeft nadat hem gratie werd verleend, en wat zijn maatschappelijke positie toen was, indien hij die dan al had. Gombert ontving een prebende, waarschijnlijk in Doornik, waar hij sinds 1534 een kerkelijke sinecure had verkregen die het hem mogelijk maakte de rest van zijn dagen zonder zorgen door te brengen. Omdat zijn naam niet meer voorkomt in de lijst van geestelijken die in Doornik de mis lazen, kunnen we vermoeden dat Gombert, omwille van zijn vergrijp, waarschijnlijk geen priesterambt meer heeft mogen uitoefenen. Nadere details zijn niet bekend. Gomberts vacante betrekking bij de keizerlijke hofkapel werd ondertussen ingevuld door Cornelis Canis.
Vermoedelijk had Gombert zich voor een aantal jaren uit het muziekleven teruggetrokken en die tijd benut om te componeren. In 1547 schreef hij Ferrante Gonzaga (die overigens een goede bekende van Cardanus was) een brief, het enige bewaarde document over Gomberts latere leven. Gombert omschreef zichzelf als kanunnik in Doornik. Op z’n minst een deel van zijn latere jaren moet hij daar doorgebracht hebben. Hij kan er Pierre de Manchicourt hebben leren kennen, die in 1545 kapelmeester aan de kathedraal werd en de opleiding van de koorknapen op zich nam.

De enige aanwijzingen met betrekking tot Gomberts dood worden ons aangereikt door de Duitse publicist en muziektheoreticus Hermann Finck die in 1556 opmerkt dat Gombert nog altijd in leven is, en door Cardano, die in 1561 wist te melden dat Gombert was overleden. Dit bericht wordt bevestigd door de Italiaanse diplomaat Lodovico Guicciardini, die in zijn verhandeling, Descrizione de tuttu i Paesi Bassi (in Antwerpen uitgegeven in 1567) meedeelt dat Gombert overleden is.

 

 

Selectieve discografie als componist

Balint BakfarkBalint Bakfark (1979)
oude muziek
Dániel Benkö, Jacques Arcadelt, Nicolas Gombert, Orlandus Lassus, Jacobus Clemens Non Papa, Josquin Desprez

Verwante items in de databank

Persknipsels/Artikels:
(Wat is dit?)
From the Imperial Court (11.2014)
Op Oude Paden (10.2006)
Nicolas Gombert en het avontuur van de Vlaamse polyfonie (03.1993)
Documenten:Nicolas Gombert en het avontuur van de Vlaamse polyfonie (boek)
Tijdschrift voor Muziektheorie (tijdschrift)