Artikels

Pop/rock/dance in Vlaanderen (Jan Delvaux)

Vlaanderen is de kleinste schaal waarop je mag dromen om van je muziek te leven. Een zakdoek groot, sterke muzieknaties in de buurt ... Je moet een uitverkorene zijn om het te redden.

Dat net die kleine plek de grootste punkhit, de eerste technohit en de tune van Sesamstraat voortbrengt, is evenwel niet verwonderlijk. De weet dat het buitenland niet zit te wachten, zorgt voor een gevoel dat niets hoeft en alles mag. Zoiets is een zegen voor de creativiteit.

#1

Uit het vele prutsen zijn momenten ontstaan die bakens hebben verzet. Front 242 is essentieel voor de ontwikkeling van elektronische dansmuziek. Typisch: ze waren niet muzikaal onderlegd, dus kochten ze goedkope synthesizers. In hun zog kruist Technotronic house met hiphop tot de wereldhit ‘Pump Up The Jam’ (1989). Typisch: bedenker Jo Bogaert startte als bluesmuzikant. Wat David en Stephen Dewaele van Soulwax als 2 Many dj's uitsteken met de muziekgeschiedenis haalt de voorpagina van de New York Times. Typisch: het is bastaardpop die na de uren is ontstaan.

# 2

“Hij is de grootste singer-songwriter aller tijden. En die energie op het podium… dat is rock’n’roll”. Dat zegt Arno over Jacques Brel, de enige chansonnier die in elke popencyclopedie staat vermeld. Typisch: de halve wereld denkt dat de Brusselaar een Fransman is.

De “echte” rock’n’roll schiet in 1960 wortel met The Cousins. Brave jongens die buitenlandse rages van een lokale saus voorzien. De remake van scoutsklassieker ‘Kili Watch’ wordt een monsterhit. The Jokers komen een beetje in de buurt. Zij brengen in 1962 een kerstplaat uit in ... Japan.

De gevolgen van The Beatles en The Stones zijn pover. The Pebbles worden wel ei zo na getekend door Apple, het platenlabel van The Fab Four. Wallace Collection laat rock en klassieke muziek uitmonden in one-hit wonder ‘Daydream’. De ‘golden boy’ is Ferre Grignard. Hij belt aan met ‘Ring, Ring, I’ve Got To Sing’, een sterke mix van folk en blues, maar vergeet wereldberoemd te worden. Tijdgenoot Roland Van Campenhout wordt tot in den treure als de Vlaamse bluesincarnatie. Zijn discografie is echter de trofeeënkast van een wereldreiziger.

Een apart verhaal is taal. Rockers in het Nederlands zijn doorheen de geschiedenis evenveel keren ‘in’ als ‘uit’ geweest. Opvallend is dat de grootmeesters altijd in groepjes opduiken. De eerste zwerm meldt zich bij het begin van de jaren zeventig. Johan Verminnen scoort de eerste hit ( ‘Laat me nu toch niet alleen’) en Kris De Bruyne verwerft het eerste goud ( ‘Ook voor jou’). Wim De Craene is het weerbarstige talent, Raymond van het Groenewoud de peetvader.

# 3

Het is wachten op de punkjaren voor er weer wat gebeurt. Alles wordt nieuw. De jonge generatie start vrije radio’s, nieuwe muziekbladen, alternatieve platenwinkels, onafhankelijke platenlabels, ... en maakt muziek.

The Kids zijn de stokebranden. Hun melodieuze punk blijkt vele jaren later over de halve wereld cult te zijn. Het is tekenend voor de tijd. Heel wat groepen (De Kreuners, The Scabs) zullen pas vele jaren later echt groot worden. De meest originele creaturen (2 Belgen, Allez allez, Arbeid Adelt!) zijn tegen die tijd allang uitgeraasd.

Er is nauwelijks iets wat de grens over raakt. Luc Van Acker heeft met wondermooie ‘Zanna’ puur goud in handen maar de wereld is op dat moment nog veel te groot. De uitzondering is TC Matic, de eerste Belgische groep die het epitheton ‘nationale trots’ krijgt opgespeld. De split in 1986 is een eindpunt en een ijkpunt. Voorman Arno gaat drietalig (NL/E/F) verder en wordt een volksheld in Frankrijk. Hij krijgt er zelfs een lintje.

Vanaf halfweg de jaren 80 krijgt Vlaanderen een sterke reputatie als dansleverancier. De eerste symptomen zijn ‘Lena’ (2 Belgen) en ‘Beats of love’ (Nacht und Nebel), de eerste buitenlandse hits in lange tijd. De mensen achter die successen zijn de wegbereiders van een genre dat hoge ogen werpt in het buitenland: de New Beat (Erotic Dissidents, T-99, Amnesia). Het vuur dooft snel maar een aantal onder hen blijft gebeten door de dansvloer. Het leidt tot Praga Khan/Lords of Acid, Technotronic en 2 Unlimited.

Parallel meldt zich een lichting die melodieuze pop naar beproefd buitenlands model brengt. Leyers, Michiels & Soulsister haalt de Amerikaanse hitparade met ‘The Way To Your Heart’ maar kan niet bevestigen. Alleen Vaya Con Dios (7 miljoen cd’s in 10 jaar) en Axelle Red worden een Europees begrip.

De komst van commerciële televisie in 1989 zorgt voor een hernieuwde belangstelling van het Nederlands als werktaal. Het leidende rocktrio De Mens-Gorki-Noordkaap (later Monza) blijkt zo sterk dat niemand zich durft
te meten. De enigen die in de 20ste eeuw nog dezelfde hoogte halen zijn Laïs en Flip Kowlier.

# 4

Een ruimteschip komt voorbij. Zap Mama maakt stedelijke etnische muziek met Afrikaanse ondertonen. Vier vrouwenstemmen wekken de suggestie dat Brussel aan de Congostroom ligt. Een andere ‘ex machina’: dEUS. Zeer goed muzikaal, uitzonderlijk goed voor de nationale moraal. De Antwerpse groep is de eerste rockband die haar debuut bij een grote buitenlandse platenfirma ziet verschijnen.

Op slag wordt alles internationaler. Vlaamse artiesten belanden op soundtracks van buitenlandse films (Hooverphonic), werken met buitenlandse producers (Zita Swoon), hebben beroemde muzikale bewonderaars (Buscemi, Millionaire) in het buitenland en winnen buitenlandse prijzen (Think Of One). Buitenlands en intenationaal op alle vlakken: K's Choice. Na chocolade en mode is er een nieuwe delicatesse: muziek.

De hitparade kleurt nationaal. Iedereen deelt in de vreugde. De Vlaamse albumkoper houdt van sterke barden (Tom Helsen, Milow), van pakkende pianopop (An Pierlé, Sioen), van gevoelige (Zornik) tot zeer gevoelige (Admiral Freebee) rockers, van gesofisticeerde elektro (Daan, Delavega, Ozark Henry), van wilde wave (Vive La Fête), van sublieme samenzang (Laïs, Scala) en van briljante mengmuziek met een exotische inslag (Arsenal, Gabriel Rios).

Een andere goede barometer is Rock Werchter. De wereldtopper onder de festivals ruimt een kwart van de affiche in voor artiesten van eigen bodem. Ze staan even hoog genoteerd als de buitenlandse genodigden. De nationale koploper is – uiteraard – dEUS. In 2007 zijn Barman en de zijnen – waaronder ondertussen grootmeester Mauro Pawlowski (ex-Evil Superstars) – de eerste rockgroep uit eigen land die het festival mag afsluiten.

# 5

Vlaamse artiesten kunnen dus wereldberoemd zijn in hun eigen land. Dat plaatst ze – eindelijk - op hetzelfde niveau als hun de buurlanden. Zo’n sterke thuispositie wordt algemeen beschouwd als een springplank naar het buitenland. Het talent is er zeker maar vanuit een klein land is het lastig om ver te springen.

Het bilan van de buitenlandse activiteit in de periode 1995-2005 is alvast zeer bemoedigend. Eén naam gaat de hele aardbol rond: Soulwax. Het is de overkoepelende naam voor alles wat het getalenteerde broederpaar David en Stephen Dewaele doet. Ze zijn dj’s (2 Many DJ’s) buiten categorie. Ze remixen Kylie Minogue en The Rolling Stones. En ze blazen met Soulwax de brug op tussen dance en rock. Internationale top.

De prijs voor Beste Rolmodel gaat naar Goose. De groep wint in 2002 de Rock Rally, de belangrijkste rockwedstrijd in Vlaanderen. Vervolgens wacht het viertal erg lang om een eerste album op te nemen. De muziekwereld wordt gedirigeerd vanuit Groot-Brittannië. Dus gaan ze op zoek naar een Brits management en een Britse platenfirma. De tactiek werkt. Goose neemt een vliegende start vanop een erg hoog echelon. Een nieuw business model lijkt gezet.