Onderzoek rond Mechels aanbod muziekeducatie

Dit is een gearchiveerd bericht

13.09.2012

Jeugd en Muziek Mechelen presenteerde deze week haar studie 'Muziekeducatie voor jongeren in Mechelen: een gat in de markt?', waarin het bestaande aanbod uit de regio in kaart wordt gebracht en deze 'witte vlekken' worden geanalyseerd.

Jeugd en Muziek Mechelen wou over dit onderwerp het fijne weten en liet met de steun van de Stad Mechelen en Jeugd en Muziek Vlaanderen een studie uitvoeren door het onderzoeksbureau Doenker.
Eerst werd een veldanalyse uitgevoerd d.m.v. individuele interviews met de verschillende stakeholders, vervolgens werd een specifieke bevraging uitgevoerd van de lagere - en middelbare scholen uit de regio.

Enkele conclusies van het onderzoek
  • Betrokkenheid individuele leerkrachten

    De keuze binnen het onderwijs voor het al dan niet organiseren van muziekeducatieve activiteiten hangt in de praktijk af van de betrokkenheid van specifieke leerkrachten.  De doorslaggevende personen zijn meestal leerkrachten en/of vakgroepen, zelden de directie.  Al staan deze laatste uiteraard wel garant voor de brede educatieve visie.
  • Talig vs non-talige activiteiten
    
Het overgrote aanbod van culturele activiteiten binnen scholen is “talig”(bijv. theater).  De meeste scholen gaven eenvoudig aan minder bekend te zijn met het niet-talige culturele aanbod (muziek, dans, beeldende kunst) en dat het “talig” aanbod over het algemeen gemakkelijker gelinkt kan worden naar bepaalde (vakoverschrijdende) eindtermen.
  • Receptieve vs actieve participatie
    
Het overgrote deel van het aanbod waar secundaire scholen aan participeren is gericht op het bevorderen van de receptieve participatie.  Scholen gaan met leerlingen naar voorstellingen, bekijken films,…. en leren ze beschouwen.  Bij de lagere scholen ligt het accent wel meer op het “zelf doen”.  Leerlingen laten experimenteren met dans, drama, beeldende werkvormen,.. wordt belangrijker geacht dan het (kunnen) praten over kunst en cultuur.
  • Inhuizige vs uithuizige participatie

    Wat betreft de voorkeur voor locatie waar muziekeducatieve activiteiten plaatsvinden kwamen we tot een interessante vaststelling.  Terwijl secundaire scholen in het algemeen verkiezen om “op” locatie (bijv. de schouwburg) deze activiteiten te organiseren, geven lagere scholen heel duidelijk de voorkeur aan de organisatie van educatieve activiteiten binnen de schoolomgeving zelf.
  • Kostprijs
    
De prijs van activiteiten worden door de secundaire scholen zelden aangegeven als doorslaggevend om al dan niet iets te organiseren.  Bij lagere scholen is dit, door het systeem van de maximumfactuur, absoluut wel het geval.
Samengevat blijkt dat er een grote interesse bestaat binnen het onderwijs in Mechelen om meer aandacht aan muziekeducatie te besteden binnen het lessenpakket. De onvertrouwdheid (lees: het gebrek aan inzicht) met de materie vormt hierbij het voornaamste obstakel.
"Wij als Jeugd en Muziek worden bevestigd in onze ervaring in de praktijk dat het enorm belangrijk is om proactief en continue het onderwijs te injecteren met aangepaste en kwalitatieve muziekeducatie projecten.  Het onderwijs is er zelf de vragende partij voor en een goede gids  kan daarbij een enorme meerwaarde betekenen", aldus de organisatie.
Download hier het finale onderzoeksrapport (pdf).

Verwante items in de databank

Organisaties:Jeugd en Muziek Vlaanderen (muziekeducatieve organisatie)

Trefwoorden:

Terug Meer nieuws